The Lake District
- Details
- Hits: 2278
Als je niet zo graag tekst leest kan je ook de foto's op Google Foto's bekijken.
Ze zijn groter en er zijn er meer dan hier. Er staat ook uitleg bij.
Je kan het traject in detail bekijken op Google Maps.
Wie de track (gpx of gdb) wil, kan die op eenvoudige vraag ontvangen via het contactformulier.
Het is alweer 12 jaar geleden dat ik de Lakeland Epic reed, een 5-daagse mountainbiketocht door The Lake District. Daar was ik zo enthousiast over dat ik toen al vastbesloten was om er ooit terug te keren. Opnieuw heb ik op de fiets dit zeer mooie nationaal park doorkruist, maar nu met een trekkingfiets en natuurlijk op de 'gewone' wegen. Het is er nog altijd even mooi als toen. Alhoewel het weer eigenlijk niet zo best was is het toch weer een zeer mooie belevenis geworden.
The Lake District is een bergachtige streek in Noord-West Engeland. Het Nationaal Park 'Lake District' ligt volledig in county Cumbria. Het is veruit het mooiste natuurpark van Engeland vanwege zijn vele 'postkaart' landschappen met bergen ('fells'), meren en bossen. Geen wonder dat talloze schrijvers, dichters en muzikanten hier hun inspiratie vonden.
Mijn tocht startte in Kendal, omdat de aanrijroute vanuit Dover naar deze stad mij het makkelijkste leek, en wel geschikt leek als start- en eindpunt van een lusvormige meerdaagse fietstocht. Mijn tocht heb ik bewust langs zoveel mogelijk van de meren laten lopen. Waar mogelijk heb ik daarbij gebruik gemaakt van de fietsroutes van Sustrans.
![]() |
Van uit Kendal volg ik cycleroute 6 naar Windermere. Deze route ligt voor een groot deel langs de A591. Behalve de mooie landschappen valt er hier nog niet veel te beleven. Daarom ben ik blij om het eerste meer te zien : Windermere. Dit is het grootste natuurlijke meer van Engeland. De A592 die langs het meer zuidwaarts loopt mag dan vlakbij het meer lopen, toch krijg je het meer zelf niet zoveel te zien: meestal ligt er een strook bomen tussen de weg en het meer.
|
Bij Bowness on Windermere liggen de aanlegplaatsen van de ferry die over het langgerekte meer varen. Hier lopen erg veel toeristen - vooral Aziaten - rond die zich uitgebreid laten fotograferen met de tientallen vet gevoederde Canadese ganzen die hier rondhokken. Wat verder ligt de yachthaven (foto) van Bowness. Hier is het veel rustiger en kan je dicht bij het meer komen. De weg langs de oostkant van Windermere is veel prettiger: er rijden veel minder auto's en je hebt veel meer zicht op het meer. |
![]() |
![]() |
Na een lange klim om van Windermere weg te rijden kom ik aan de oever van het veel kleinere maar mooie Esthwaite Water. Daarna is het even gedaan met het fietsen langs een meer want ik volg de lange weg door Grizedale. |
Grizedale doet heel erg aan de Yorkshire Dales denken. Omdat de weg min of meer het dal langs de Grizedale Beck volgt zijn er weinig hellingen en is het rustig fietsen door dit mooie landschap. Om vanuit dit dal in het dal van river Crake te komen moet ik zoals verwacht toch wel een aantal moeilijke hellingen verwerken. |
![]() |
![]() |
Coniston Water is opnieuw een groot meer, maar de landschappen zijn hier veel mooier dan rond Windermere. De weg loopt dicht bij het meer, en er is weinig verkeer. |
Als ik aan de overkant van Coniston Water het stadje Coniston zie waar de B&B voor deze nacht zich bevindt is het al laat in de namiddag. Maar eindelijk breekt de zon goed door de wolken. Ik rij bewust trager om nog wat langer te genieten van het prachtige uitzicht van het landschap in de zon.
|
![]() |
![]() |
De volgende morgen kan ik pas om 9.15u starten. Ontbijt was maar mogelijk vanaf 8.30u en het ging dan nog traag ook. Het is vandaag een lastige rit en ik weet eigenlijk niet goed hoeveel tijd ik zal nodig hebben. Opschieten is dus de boodschap. Het begint nog vrij rustig langs een bergriviertje. Maar de hoge toppen doemen rondom rond al op. In Little Langdale krijg ik een prachtig zicht op Little Langdale Tarn (foto). |
Daar komt Wrynose Pass aan. Een bord waarschuwt voor een helling van 25% en voor 'Cyclists'. Het is hard zwoegen. Op de stukken van 25% is het met de geladen trekkingfiets niet mogelijk om te fietsen. Het voorwiel komt omhoog van het asfalt. Het is ook bijzonder hinderlijk dat er af en toe auto's omhoog rijden langs deze smalle weg. Op zo'n steile helling kan je als fietser niet netjes op het randje van de weg blijven fietsen. Ook te voet de fiets omhoog duwen is een zwaar karwei. Op de top van Wrynose Pass kan ik heel ver in het dal kijken en zie in de verte (foto) al Hard Knott Pass liggen. Daar moet ik straks ook over. |
![]() |
![]() |
Hard Knott Pass is de meest beruchte klim van het Lake District en met uitbreiding van Engeland. Er zitten stukken van 30% in. Was Wrynose al moeilijk, deze klim is verschrikkelijk. Ook hier moet ik weer een aantal stukken de fiets te voet omhoog duwen. Maar uiteindelijk kom ik toch fietsend over de top (foto). De afdaling aan de andere kant is al even steil en bochtig en ik moet de remmen heel hard dichtknijpen om de snelheid te temperen. Gelukkig kan ik deze hellingen 'droog' fietsen, want in de regen zou dit een zeer gevaarlijke onderneming zijn. |
Na Wrynose en Hard Knott loopt het parcours door Eskdale. Langs de Esk rivier zijn er weinig hoogteverschillen en ik kan een beetje bekomen van de voorbije inspanningen. Ook Eskdale doet heel erg denken aan de Yorkshire Dales. Die liggen hier niet zo ver vandaan, zo verwonderlijk is dat dus niet. Maar de toppen aan weerszijden van het dal zijn hier wel een stuk hoger. |
![]() |
![]() |
Om uit Eskdale weg te komen moet ik zoals verwacht wel weer een aantal pittige hellingen verwerken, maar daarna kom ik op de weg langs Wastwater (foto). Dit kleine meer ligt in een heel mooi decor. Aan het einde van het meer pakken donkere onweerswolken samen maar die gaan gelukkig een andere kant op. Ik hou het nog steeds droog. |
Het is bijlange nog niet gedaan met klimmen vandaag. Daar is de volgende hindernis : Cold Fell Road. Dit is een smalle landweg vanuit Calder Bridge over Cold Fell naar Ennerdale Bridge loopt. De weg loopt niet al te steil maar wel over verschillende kilometers gestaag omhoog. Aan weerszijden van de weg zijn de desolate hoogtes van Cold Fell te zien. Regelmatig ontmoet ik wielertoeristen. Deze weg is blijkbaar goed gekend bij de fietsers in de streek. |
![]() |
![]() |
Na een passage langs Ennerdale Water en Loweswater (foto) kom ik op de weg langs Crummock Water. Opnieuw pakken donkere onweerswolken zich samen, en deze keer komen ze wél mijn kant op. Ik heb nog maar net mijn fiets tegen de gevel van de B&B gezet als de bui losbarst. Dat was op het nippertje. |
De volgende morgen is het zwaar bewolkt over Buttermere. Maar het regent niet meer en da's het belangrijkste. |
![]() |
![]() |
Al snel na het verlaten van Buttermere rijd ik het dal van de Gatesgarthdale Beck in. De toppen aan weerszijden van het dal zitten in de wolken verborgen. Aan het einde van het dal komt de klim naar Honister Pass (foto). Die is niet zo heel erg steil en nog net met een trekkingfiets te doen. Maar toch is het opnieuw hard zwoegen om boven te geraken. Op de pas ligt een oude leisteen groeve. Daar kun je in een museum nog steeds zien hoe leisteen wordt bewerkt tot allerleid gebruiks en kunstvoorwerpen. |
De steile afdaling aan de andere kant brengt mij in Borrowdale. Niet ver van de weg door het dal ligt een opmerkelijke toeristische attractie: de Bowder Stone. Daarvoor moet ik zowat een kilometer over een bospad rijden, maar ik ben wel wat gewoon met de trekkingfiets. Deze enorme steen van zowat 2000 ton ligt in een wankel evenwicht. Hij is niet 'van de berg gerold' zoals je zou denken. Onderzoek leerde dat deze steen afkomstig is van bergen die veel verder noordwaarts liggen. Waarschijnlijk is ie duizenden jaren geleden hier zo afgezet door een gletsjer. |
![]() |
![]() |
Waar het nauwe Borrowdale eindigt, begint Ennerdale Water. Langzaam aan beginnen de wolken hogerop te schuiven en komen er wat blauwe gaten in waar af en toe de zon door kan priemen. Eigenlijk had ik hier ook de mogelijkheid voorzien om 'snel' even naar Whinlatter Pass te fietsen, maar het parcours is echt al zwaar genoeg, en dus neem ik een shortcut en laat deze beproeving achterwege. |
Alhoewel Keswick hier vlakbij ligt rijd ik toch nog eerst helemaal rond Bassenthwaite Lake. |
![]() |
![]() |
Ik had mijn route bewust zo getekend dat ik voorbij de beroemde Castlerigg Stone Circle zou passeren. Dit is één van de mooiste en best bewaarde steencirkels van Groot-Brittannië, die bovendien in een prachtig decor ligt. En je mag er nog vrij tussen de stenen wandelen. Maar voor sommige mensen is zelfs dat niet genoeg. Een jongeman klimt bovenop één van de stenen zodat zijn vriendin een 'mooie' foto kan trekken. Alhoewel een vrijwilliger aanwezig is om uitleg te geven aan wie dat wenst, doet die alsof zijn neus bloedt en laat maar betijen. Het is onbegrijpelijk dat mensen zo'n stuitend gebrek aan respect kunnen vertonen voor een historisch monument van duizenden jaren oud. Het lijkt me het beste dat ze net zoals bij Stone Henge mensen verhinderen om nog bij de stenen te komen. |
Een rustig stukje fietsen door een dal met de prachtige naam 'St John's in the Vale' brengt me bij de stuwdam van Thirlmere (foto), dat dus geen natuurlijk meer is. Als ik daar aankom begint het druilerig te regenen. De weg loopt vlak langs het water maar door de regen valt er weinig te genieten van de prachtige natuur. Aan de andere kant kom ik via een korte klim uit het dal op de A591. Gelukkig moet ik maar een paar kilometer langs deze druk bereden autoweg rijden om bij de B&B in Grasmere te komen. |
![]() |
![]() |
's Morgens is het weer zwaarbewolkt, maar voorlopig valt er nog geen regen. De tocht begint op de oever van Grasmere (foto). Het zitbankje met zicht op het meer oogt wellicht heel wat uitnodigender als de zon schijnt. |
Vlak na Grasmere volgt Rydal Water, een klein meer. Maar dat zijn meestal de mooiste. |
![]() |
![]() |
De klim naar Kirkstone Pass heeft zijn naam niet gestolen. De smalle bochtige weg loopt in 'trappen' omhoog: steile stukken wisselen af met minder steile, zodat je soms even kan ontspannen. Maar niets belet me om even te stoppen en achterom te kijken: dat levert een mooi zicht op richting Windermere (foto). |
En zoals gewoonlijk wegen de laatste loodjes weer het zwaarst. De slotklim naar Kirkstone Pass kon ik nog net helemaal fietsen, maar dat kostte heel veel energie. Boven is er een herberg en een parking met enkele zitbanken. Van die laatste heb ik dankbaar gebruik gemaakt om de lunch te verorberen en de benen wat rust te gunnen. |
![]() |
![]() |
De welverdiende afdaling passeert langs het kleine Brothers Water. Die kleine meertjes zijn vaak de mooiste, omdat je ze in één keer helemaal kan overkijken en ook makkelijker kan fotograferen in het decor. Even verder ligt het veel grotere en langgerekte Ulswater (foto). De weg loopt min of meer op de oever van het meer. |
Omdat ik goed opschiet en het weer ondertussen wat beter is geworden maak ik een ommetje langs Long Meg and her Daughters, een grote prehistorische steencirkel. Buiten de cirkel staat een grote solitaire menhir, en dat blijkt ‘Long Meg’ te zijn. Die heeft dan wel een flink pak 'daughters'. |
![]() |
![]() |
Vanaf Penrith volg ik eerst een stuk van de Coast to Coast fietsroute. Maar als de hellingen van de Pennines in zicht komen draai ik af naar het zuiden op de Pennine Cycleway. Deze route volgt de flank van de North Pennines. Dat blijkt een erg mooie streek te zijn. Op de glooiende heuvels liggen grote boerderijen. De smalle wegjes gaan op en neer maar er zijn maar weinig echt steile hellingen, zodat ik goed opschiet en netjes op tijd bij de B&B in Appleby-in-Westmorland kom. |
De laatste dag van deze fietstoer door the Lake District is redelijk kort, omdat ik in de namiddag nog met de auto wil verkassen naar Northumbria. Kort na het verlaten van Appleby verlaat ik even de weg om met behulp van de gps dit verborgen mooie plekje te vinden: de Rutter force (waterval), met ernaast een molenhuis. |
![]() |
![]() |
Vanaf Great Asby begint de weg gestaag omhoog te lopen. Na elke helling denk ik dat de top bereikt is, maar dat blijkt dan weer niet het geval te zijn. Steeds hoger gaat het. Uiteindelijk kom ik op Orton Fell. Dit is een groot ‘leeg’ en kaal landschap. Heel in de verte zie ik wat bomen, maar verder staat er alleen spichtig ras en heide. Er ligt ook een meertje, eigenlijk meer een poel temidden van een ‘bog’. |
Terwijl ik nog op Orton Fell ben begint het te druppelen. Dat gedruppel gaat even later over in regen, en tot de aankomst in Kendal rijd ik door de stromende regen. Gelukkig staat de auto in een overdekte parkeergarage, zodat ik mij op een droge plaats van mijn natte fietskleren kan ontdoen. Weinig later rijd ik al de autostrade op richting Alnwick in Northumbria. Van daaruit bezoek ik nog enkele dagen het Nationaal Natuurpark Northumbria, de grote kastelen van Alnwick en Bamburg, en zowat het belangrijkste van de hele trip : The Holy Island of Lindisfarne (foto). Die heb ik eindelijk van mijn Bucket List geschrapt. |
![]() |
The Lake District is naar mijn mening het mooiste stuk natuur van Engeland. Er zijn heel veel mensen die ook die mening toegedaan zijn. In het zomerseizoen is het dan ook erg druk in Cumbria. Dit is zowat de 'outdoor speeltuin' van Manchester, Birmingham en Liverpool. In sommige van de toeristische stadjes zijn er haast meer outdoorshops dan pubs. Er zijn niet zoveel wegen en de meeste zijn smal, zelfs de A-roads. Als je er met de auto naar toe wil in het hoogseizoen zal je dus veel geduld moeten hebben in het verkeer. Maar je kan er prachtige wandelingen doen met adembenememde uitzichten op bergen, meren, bossen en fells. Landschapsfotografen kunnen hier hun hart ophalen. Als je er wil fietsen, dan moet je rekening houden met veel en vaak steile hellingen. The Lake District is geen verzameling van heuvels, het is een oud gebergte. De wielertoerist vindt hier een hele reeks uitdagende hellingen met pieken van 25% à 30%. En voor wie geen uitdaging te veel is moet maar eens de Fred Whitton Challenge proberen.